Mijn bezoek aan Limburg had me niet alleen nieuwe inzichten opgeleverd, ik had er ook een paar nieuwe sloffen aan overgehouden. Nadat ik de noodzakelijke dosis chocolade, praline en suikers had gegeten, werd mijn blik gegrepen door een paar aantrekkelijke sloffen in een winkel verderop. Een paar zachte, dikke, zandkleurige fleece sloffen. Bij het aanzicht van dit paar in de etalage, wist ik het meteen; ‘die zijn voor mij’. Ik wist ook al wanneer ik ze zou gaan dragen. Met Kerstmis, het moment waarop we in de winkel klaar zijn met de kerstdrukte en thuis ‘neersloffen’ op de bank…. Niets meer hoeven, niet nog eens je best staan te doen in de keuken om een 5 gangendiner voor de hele familie in elkaar te flansen. Deze sloffen gingen ervoor zorgen dat ik in die nieuwe ‘me’-mood kon blijven.
Aangeschaft verheugde ik me op één ding: op 24 december, thuis op de bank, met hond, een film en mijn nieuwe sloffen. Eerst nog even de komende maanden goed doorkomen.
Toen ik nog thuis bij mijn ouders in Limburg woonde hing er rond de kerstdagen in mijn hoofd altijd een onrustig gevoel. Ondanks de gezelligheid verveelde ik me. Ik verlangde om weg te zijn. Blij was ik, toen ik als 14-jarig meisje, als kok in de keuken van een restaurant kon gaan werken. Vanaf het moment dat ik daar begon heb ik me elk jaar steevast aangemeld om tijdens de feestdagen te komen werken. Gelukkig dat ik was als ik kerstavond, met zo’n hoge witte koksmuts op, duivenborstjes stond te bakken en ontelbaar veel carpaccio’s op borden legde voor de gasten die aan hun diner dansant zaten en zich wel al maanden hadden verheugd op deze kerstavond. Nog gelukzaliger werd ik bij de gedachte dat het me weer was gelukt om aan mijn eigen ‘familie-kerstraditie’ te zijn ontsnapt. Werken was het beste excuus. Me nuttig maken voor anderen zodat zij zich konden ontspannen, het naar hun zin hadden en genoten van de omgeving, van elkaar en ‘mijn’ kerstmaal.
Het gevoel dat ik het veel leuker vond om het anderen naar hun zin te maken, dan zelf de hele dag te tafelen, sprak mij erg aan en daar genoot ik oprecht van en dat is nooit meer veranderd. Mijn eigen unheimische kerstgevoel vergeet ik daardoor. Dat is de fijne kant van Kerstmis. Zorgen dat iedereen is verzorgd, is ontzorgd, leuke cadeau’s heeft of krijgt en dat ik daaraan heb bijgedragen. Dat is míjn kerstgevoel.
Voor Kerstmis 2017 had ik het voornemen om met de traditie te breken om de hele kerstavond in de keuken te staan en voor mijn eigen familie wederom het 5 gangendiner te koken. In plaats daarvan met de hond op de bank te ploffen met nieuwe sloffen aan mijn voeten. Nu ja, het geduld om ze te bewaren tot 24 december was al vrij snel op en is het ‘nieuwe’ tegen Kerstmis er echt af. De sloffen hebben een verpletterende indruk op mijn gevoel achtergelaten waardoor ik ze vanaf de dag van aanschaf niet meer wilde uittrekken.
Misschien dat het huiselijke gevoel van mijn nieuwe sloffen iets in mij heeft losgemaakt en me heeft laten zwichten om dit jaar de familietraditie zoals gewoonlijk toch voort te zetten. Op 24 december, na thuiskomst uit de winkel, sta ik toch het kerstdiner te verzorgen. Het door mijn oma bedachte familierecept van zalmsalade met worcestershiresaus, citroen en peterselie, gevolgd door het even traditionele kippenpasteitje komt, ook dit jaar, wéér uit mijn handen.
Niemand die me heeft gedwongen. Mijn innerlijke onrust heeft op een onbewaakt moment het roer overgenomen en iedereen weer uitgenodigd. Ervoor gezorgd dat ik anderen het familiegevoel ga geven dat rond Kerstmis hangt.
Mijn vurige wens is, al is het maar een paar uur, om Tweede Kerstdag, met mijn sloffen aan, op de bank te kunnen zitten met de hond. En kerstversie 2018 wél helemaal op de ‘me’-manier door te brengen……. Denk ik!
Fijne dagen
Saranne